De autoblog van liefhebbers, voor liefhebbers

Autoblog 13-50

13-50 staat voor al het mooie aan auto’s en autorijden. Achtergrondverhalen, opinies, specials maar boven alles: gewoon lekker ouwehoeren over auto’s. Niet (altijd) het laatste nieuws als eerste, maar vooral mooie verhalen waar de autoliefhebber echt van kan genieten en aandacht voor onderwerpen en details waar de meeste autowebsites aan voorbij gaan. Wat ons bijzonder maakt? Het zijn autoblogs, columns, reviews en opiniestukken voor liefhebbers, door liefhebbers

Waarom ik als decennialange fan klaar ben met formule 1

Waarom ik als decennialange fan klaar ben met formule 1

In 1994 zag ik mijn eerste formule 1 race. Helaas maakte ik op brute wijze kennis met de sport, in het weekend waarop Roland Ratzenberger en Ayrton Senna verongelukten. Ik was tien jour oud. Het kwam wel binnen, maar niet op een manier waarop het vandaag de dag binnen zou zijn gekomen. En dus was het niet genoeg om mijn ontluikende liefde voor de koningsklasse der autosport een halt toe te roepen. Ironisch genoeg is dit seizoen die liefde vrijwel volledig uitgedoofd. Ironisch omdat er nog nooit zulke goede tijden zijn geweest voor de Nederlandse formule 1 fan. Ik heb Jos Verstappen jarenlang aangemoedigd terwijl hij worstelde met inferieure bolides. Ik heb Olivier Panis op zien klimmen tot een mogelijk veelvuldig racewinnaar totdat hij beide benen brak tijdens in crash in Canada in 1997. Ik heb Nick Heidfeld aangemoedigd als ultieme underdog en werd direct fan van Sebastian Vettel na diens entree in de formule 1. Kortom: gepokt en gemazeld, fan in mooie en in moeilijke tijden. Decennia lang kon men als Nederlander alleen maar hopen op een geschenk als Max Verstappen. En juist nu, in wat wel eens de hoogtijdagen voor de Nederlandse F1 fan kunnen zijn, ben ik helemaal klaar met de sport. Vanochtend las ik een prima artikel op Nu+, wat voor mij perfect symboliseerde wat er mis is gegaan met Formule 1. De teloorgang van formule 1 is voor mij evident, hoeveel glitters je ook over de sport heen sprinkelt.

Ik ben blij dat ik de pure jaren van formule 1 nog heb meegemaakt

Je mag me een oude zeurpiet noemen en ik zal eerlijk toegeven dat ik het zelf ook niet zo heb op mensen die roepen dat vroeger alles beter was. Maar…. vroeger was alles beter. Mijn eerste formule 1 race zag ik dus in 1994. Vanaf 1996 werd ik fulltime kijker en tot aan 2020 heb ik waarschijnlijk geen race gemist, of het moest zijn omdat ik op vakantie was en het daar écht niet lukte om tv te kijken. Ik weet nog dat ik in 1997 op vakantie was in de Ardèche met mijn ouders en jongere zusje. Jos Verstappen reed in de Tyrrell. We waren aan het zwemmen in een rivier op ongeveer een kwartier lopen van ons vakantiehuis. Het weer was fantastisch, maar om 13:30 liep ik terug naar huis. Om nota bene op de wereldomroep glimpsen op te vangen van de race. Jos Verstappen viel niet uit (een klein wonder in de hopeloze bolide van dat jaar): hij werd tiende. Ik vierde het stilletjes als een podiumplek. Daarna liep ik in de bloedhitte terug naar de rivier om mij weer bij mijn ouders te voegen.

Terugkijkend op mijn tijd als een F1 fan bestempel ik de periode 1994 – 2002 als de pure jaren. Zeker in die laatste jaren waren de eerste contouren al zichtbaar van de moloch die de formule 1 zou worden. Technologie nam een steeds belangrijkere rol in. Gekke uitspattingen als Harvey Postlethwaithe’s befaamde “X-wings”, de bizarre middenvleugels op de Tyrrell van 1998, maar ook Mika Hakkinen die in de McLaren van 1998 in Australië het complete veld op een ronde zette. Het was een heerlijk pure periode met absolute helden, vreemde anti-helden en absolute koekenbakkers. Een periode waarin een paar jaar simultaan met V8-motoren en V10-motoren werd geracet. De opkomst van nieuwe regenbanden, bizarre crashes en motoren die op spectaculaire wijze in vlammen opgingen. Maar vooral: strijd. Heel veel strijd en zo nu en dan prachtige verrassingen.

“Met als treurig dieptepunt het proberen te pushen van kansloze formats als oersaaie sprintraces in een poging om de door regels van alle spontaniteit ontdane optochtklasse van nog een beetje spanning te voorzien.”

Wat mij betreft kwam aan het begin van dit millennium een beetje de klad in de sport. Uiteraard, ook de afgelopen ruim 20 jaar hebben we fantastische coureurs en legendarische auto’s aan het werk gezien en werden er epische gevechten uitgevochten alleen… Het spontane ging er een beetje af. De sport werd steeds meer een marketingmachine en bovendien begon de FIA meer en meer op negatieve wijze een stempel te drukken op de sport met weifelend beleid en geforceerde regels.

Fast forward naar de laatste jaren, waarin de sport is ondergesneeuwd door regels voor werkelijk alles. De formule 1 is kapotgereguleerd. Van onnavolgbare bandenregels tot maffe straffen, gehannes met safetycars, technische beperkingen enzovoort enzovoort. Met als treurig dieptepunt het proberen te pushen van kansloze formats als oersaaie sprintraces in een poging om de door regels van alle spontaniteit ontdane optochtklasse van nog een beetje spanning te voorzien. Je voelt overal de machteloosheid en moedeloosheid. Iedereen is ontevreden.

Knieval voor de commercie in plaats van back to basics

De oplossing is al jaren ontzettend simpel. Breng formule 1 terug naar de basis. Die basis moet zijn: de beste coureurs ter wereld in de snelste wagens ter wereld. Zonder poespas, zonder betutteling en zonder oerwoud aan regels en technologische kunstgrepen. Gewoon: racen, en hard ook.

In plaats daarvan is formule 1 – voor mijn gevoel – nu echt zijn eigen graf aan het graven door op dit cruciale moment de foutste keuze te maken die je kunt maken. En nee, natuurlijk is F1 niet daadwerkelijk zijn eigen graf aan het graven. De sport is populairder dan ooit tevoren. F1 is een volkssport geworden. Aan de ene kant is dat natuurlijk fantastisch. Aan de andere kant trekken formule 1 wedstrijden vooral dagjesvolk en mooiweerfans. Wat Max Verstappen voor F1 in Nederland doet, is van onschatbare waarde. Tegelijkertijd moeten we eerlijk zijn: als we Max niet zouden hebben, zou formule 1 in ons land nog slechts een rol in de marge spelen. De oude fan verdwijnt en maakt plaats voor de nieuwe fan die vooral fan is van Max Verstappen en die totdat Max begon te winnen waarschijnlijk nog nooit een wedstrijd had gezien. Dat geeft niet, want ergens kun je zeggen: hoe meer mensen van de sport genieten, des te beter. Alleen maakt de FIA de kapitale fout om zich nog louter op deze nieuwe fanbase te richten.

“En toen, als laatste stap, nadat eerst alle oliestaten mochten bewijzen dat F1 anno nu meer draait om show en grandeur dan om topsport, moest formule 1 Amerika gaan veroveren. “

De tekenen zag je van mijlenver aankomen. Eerst kwamen er de klinische circuits op locaties zonder enige historie, toen nieuwe marketingmachines als Netflix’ Drive to Survive waar een serieuze coureur als Max Verstappen volledig terecht zijn vraagtekens bij plaatste. En toen, als laatste stap, nadat eerst alle oliestaten mochten bewijzen dat F1 anno nu meer draait om show en grandeur dan om topsport, moest formule 1 Amerika gaan veroveren. De enige plek ter wereld, met misschien de Afrikaanse savanne en het Zuid-Amerikaanse regenwoud, waar formule 1 nu net niét thuishoort. Maar in de VS ligt de slapende fanbase en de nieuwe poen, en dus kreeg de FIA nog meer dollartekens in de ogen en moest het land van Uncle Sam, een stel koekenbakkers op het gebied van autosport, de focus worden.

De focus op entertainment gaat ten koste van de sport

Nu+ kwam met een mooi artikel over hoe formule 1 moét slagen in Las Vegas. Er worden alles bij elkaar miljarden in gepompt om de Amerikaan uit het honkbalstadion en in de formule 1 arena te krijgen. En dat moet natuurlijk op zijn Amerikaans, met pre-show shows en half time shows en after shows en bling bling grid walks en interviews met verwaande sterren die geen pepernoot te zeggen hebben over de sport. Want wee je gebeente als er even geen spektakel is. En als er in Amerika tijdens de wedstrijd geen spektakel is, dan bouw je het er toch omheen? Of gooi je het er toch gewoon in? We hebben het hier over het land dat ’s wereld saaiste en meest overschatte vorm van racen uitvindt (NASCAR) en zonder gene pace cars voor het veld gooit als een race zijn spanning dreigt te verliezen. Dat zou nog eens een leuk seizoen zijn voor Max Verstappen…

En in deze cultuur wil formule 1 nu domineren. En dus moet je als fan eerst allerlei optredens uitzitten van verwaande zangertjes en zangeresjes waar je helemaal niet naar wilt luisteren. En er zullen volksliederen klinken. En er zullen Kardashians zijn die zeggen hoe fabulous alles is, en er zal vuurwerk zijn en straaljagers en weet ik veel wat voor poespas. En uiteindelijk wint Max Verstappen een oersaaie race op een stratencircuit dat er weliswaar uitziet om door een ringetje te halen, maar waar geen fatsoenlijke race op te rijden valt.

Maar ach, ik kan ten minste als voormalig fan nog zeggen: ik nok ermee. Heerlijk, nooit meer die tweestrijd tussen formule 1 aanzetten of toch een potje voetbal. Maar ik heb vooral medelijden met de coureurs. Heb je je hele carriere lang alles in het teken gesteld om het hoogst mogelijke te bereiken, ben je een heel raceweekend lang een muppet van de FIA die verplicht moet opdraven bij allerlei fan sessions en die tussendoor ook nog wat rondjes mag sturen. Nee, als ik een wereldklasse coureur zou zijn (waar we er in de F1 op dit moment wel een paar van hebben), zou ik zeggen: ik ga lekker een seizoen DTM rijden en pak de 24 uur van Le Mans mee. Ik zag laatst een Formule 2 race. Die bolides klinken veel gaver, gaan bijna net zo hard en er wordt veel meer puur geracet.

Formule 1 raakt me niet meer, en dat doet best pijn. Vooral omdat het uitgerekend nu moet gebeuren, met een Nederlandse coureur die nu al ontegenzeggelijk tot de beste coureurs ooit behoort. Iets waar ik vanaf dat ik een tienjarig jochie was op heb gehoopt… Maar dat zelfs Max Verstappen mijn groeiende desinteresse voor de sport niet kan doen afnemen, zegt alles.

 

Michael Masi: de man van het seizoen

Michael Masi: de man van het seizoen

Natuurlijk is Max Verstappen dé man van het formule 1 seizoen na het behalen van zijn eerste wereldtitel. Dat staat buiten kijf. In een auto die over het algemeen net wat minder was dan de Mercedes en met een behoorlijke dosis pech tóch je eerste F1 titel pakken…. tja, dan ben je gewoon de man. Zeker als dit je lukt tegen gedeeld record kampioen Lewis Hamilton, op dit moment misschien wel the G.O.A.T. Max Verstappen had nu eindelijk wel eens een keer geluk. En juist om die reden wil ik het in deze blog eens hebben over die andere man van het seizoen: wedstrijdleider Michael Masi.

Michael Masi was het grootste deel van het seizoen een bron van frustratie

Ik weet niet hoe het met jou zit, maar Michael Masi was voor mij het grootste gedeelte van het seizoen een enorme bron van frustratie. Eigenlijk onafgebroken tot aan hét moment in de laatste race. Maar daarover dadelijk meer.

Kijk, ik weet dat Michael Masi allesbehalve een eenvoudige baan heeft. Zeker dit seizoen. Een seizoen waarin het de hele tijd stuivertje wisselen was. Dan heeft elke beslissing die de raceleiding neemt impact. En impact, die heeft de raceleiding gehad. Daar kan Max Verstappen over meepraten.

Wanneer ik kritiek lever op Michael Masi, dan zal iedereen zeggen dat dit komt omdat ik met hem bekijk door een Nederlandse bril. Lees: een Verstappen bril. Dat kan natuurlijk best zo zijn. Ik ben en blijf van mening dat Michael Masi en de stewards gedurende vrijwel het hele seizoen discutabele beslissingen hebben genomen die vrijwel altijd in het nadeel van Red Bull waren. Soms zelfs riekend naar pro-Mercedes.

Maar goed: dat is vooral mijn sentiment. Mijn probleem zit niet zozeer in de inhoud of de uitkomst van de beslissingen, maar in de communicatie daaromtrent. Of beter gezegd: het gebrek eraan. En als er dan werd gecommuniceerd, was het vaak warrig. Michael Masi was daar niet zelden verantwoordelijk voor in mijn ogen.

Het is een beetje als voetbal met de VAR. Sinds de VAR zijn intrede heeft gedaan is er meer openheid. Maar daarmee nam ook de frustratie toe omdat je weliswaar meer te zien krijgt, maar nooit precies hoor wat nu de beweegredenen zijn. Daarom kunnen beslissingen die hieruit voortkomen haaks op je verwachtingen staan. Of zelfs gewoon helemaal verkeerd lijken. Zo is het ook met formule 1: het is top dat we tegenwoordig veel meer van de communicatie tussen teams en wedstrijdleiding meekrijgen, maar het roept ook vragen op.

Hoe meer ik zag en hoorde van Michael Masi afgelopen seizoen, des te vaker ik mij afvroeg of hij wel de juiste man op de juiste plek is. Dat geldt overigens nog veel meer voor de drie stewards die elke race plaatsnemen om beslissingen te maken. Ik ben van mening dat dit altijd absolute topcoureurs moeten zijn die recent nog op het allerhoogste niveau hebben geracet. Maar dit terzijde. Michael Masi was vaak eerder verwarrend dan verhelderend. Communicatief zwak, twijfelend en soms zelfs onnavolgbaar. Tot dat ene moment.

Hoe Michael Masi in één keer de man van het seizoen werd

De laatste race van het formule 1 seizoen 2021 was natuurlijk te bizar voor woorden. Een passend slot van een krankzinnig en ongehoord spannend seizoen. Iedere Nederlandse racefan had de moed op een titel van Max Verstappen natuurlijk al lang en breed opgegeven tot aan het safetycar moment door de crash van Nicholas Latifi. 

Ik zag de bui al hangen: de race zou achter de safetycar eindigen. Op dat moment was de titel voor Lewis Hamilton voor mij echt definitief. Max zou hem niet meer kunnen pakken en achter de safetycar zou Lewis ook nooit uitvallen. Tot aan die beslissing van Michael Masi om te racen. Nog één ronde. En dan zónder gelapte cars, zoals het volgens de reglementen hoort. Natuurlijk was dit keihard in het voordeel van Max Verstappen met zijn versere zachte banden. Maar eerlijk: hoe verschrikkelijk ik het ook vind voor Lewis Hamilton: het voelde toch een beetje als gerechtigheid in een seizoen vol dubieuze beslissingen in het nadeel van Red Bull en Max Verstappen.

Op het moment dat ik had verwacht dat Michael Masi definitief zou bezwijken en het niet aan zou durven om de knoop door te hakken, deed hij iets wat mij verbaasde. Bijna voor het eerst zag en hoorde je hem volstrekt helder. In the heat of the moment. Zeker van zijn zaak, duidelijk communicerend en onverwringbaar. Hulde! Held!

 

Teamgenoot van Hamilton of Verstappen: wie wil?

Teamgenoot van Hamilton of Verstappen: wie wil?

Als formule 1 liefhebbers zijn wij denk ik aan het kijken naar een bijzonder tijdperk. Niet alleen hebben we met Lewis Hamilton, Fernando Alonso, Kimi Raikkonen en Sebastian Vettel vier (ex)wereldkampioenen rondrijden; wat betreft die eerste zou je zelfs kunnen zeggen dat wij momenteel kijken naar misschien wel de beste formule 1 coureur aller tijden. Zoiets blijft natuurlijk moeilijk te bepalen. Vast staat wel dat Lewis Hamilton in elk geval tot een zeer selecte groep kanshebbers voor de titel van beste formule 1 coureur ooit behoort. Inmiddels is ook duidelijk dat er momenteel maar één man rondrijdt die Lewis Hamilton het vuur aan de schenen kan leggen, en dat is Max Verstappen. Persoonlijk heb ik ook hoge verwachtingen van Lando Norris en lijken ook George Russell en Charles Leclerc een veelbelovende carrière voor zich te hebben, echter is er op dit moment maar één coureur die beschikt over het talent én de auto om Hamilton uit te dagen en dat is niet diens teamgenoot Valtteri Bottas, maar Max Verstappen. Dat het niet de Fin – die toch rijdt in een auto die de laatste jaren superieur was aan de rest van het veld – maar de Nederland is, wijst op een bijzonder probleem: wie wil er nog teamgenoot van Lewis Hamilton of Max Verstappen zijn?

Lewis Hamilton en Max Verstappen. Foto: Wikimedia Commons[/caption]

Rosberg in retrospectief

Veelzeggend is dat Nico Rosberg direct na het binnenhalen van zijn eerste en enige wereldtitel een punt achter zijn formule 1 carrière zette. Hij versloeg de legende in wording Lewis Hamilton. Tegen alle verwachtingen in, waarschijnlijk ook die van hemzelf. Stoppen op je hoogtepunt, noem je dat. De keuze van Nico Rosberg kan ik absoluut begrijpen. Voor hem kon het na die wereldtitel alleen maar slechter gaan. Hij wist ook wel dat de kans dat hij die titel zou prolongeren mager was. Hij reed een fantastisch seizoen. Dankzij zijn eigen prestaties maar ook dankzij net wat zeldzame pech en wat zeldzame foutjes van zijn teamgenoot, pakte hij de titel. Daarmee was zijn levenswerk klaar. Nico Rosberg nam als beste coureur van de wereld afscheid van de hoogste raceklasse. Ondanks dat iedereen – ook hijzelf, al zou hij zoiets natuurlijk nooit hardop zeggen – wist dat niet hij, maar zijn teamgenoot de beste was.

De prestaties van Valtteri Bottas van de afgelopen seizoenen, doen mij afvragen hoe goed Nico Rosberg was. Het antwoord is waarschijnlijk: fabelachtig goed. Bijna van het niveau Hamilton en Verstappen goed. Want hoe je het ook wendt of keert: hij versloeg Lewis Hamilton in dezelfde auto. En deed hij eerder niet hetzelfde met Michael Schumacher?

Valtteri Bottas kreeg de eer én de last om de man op te volgen die Lewis Hamilton versloeg. Ik moet zeggen dat ik dit destijds misschien wel de beste keuze vond. Bottas liet geregeld hele fraaie dingen zien in de Williams, die toen nog wel redelijk vooruit te branden was. Hij was snel, koel, meedogenloos en slim. Wat is er nu van die reputatie over? Wij zijn inmiddels aanbeland bij Bottas 2.0, 3.0 of misschien wel 4.0. Ik ben de tel kwijt. Maar hoe hij zich ook noemt: hij is niet snel (genoeg), hij is niet koel (genoeg) en hij is zéker niet meedogenloos genoeg.

De prestaties van Valtteri Bottas van de afgelopen seizoenen, doen mij afvragen hoe goed Nico Rosberg was. Het antwoord is waarschijnlijk: fabelachtig goed. Bijna van het niveau Hamilton en Verstappen goed. Want hoe je het ook wendt of keert: hij versloeg Lewis Hamilton in dezelfde auto. En deed hij eerder niet hetzelfde met Michael Schumacher? Een man die ook alom wordt gezien als één van de beste coureurs ooit, zo niet de beste. Nico Rosberg versloeg twee teamgenoten die recordkampioenen zijn. Dat verdient respect. Ik kan het mij heel goed voorstellen als Nico Rosberg een beetje zuur is omdat hij wellicht niet de erkenning krijgt die hij verdient. Zijn abrupte afscheid was misschien ook wel een beetje een middelvinger naar de F1. “Bekijk het maar. Ik versloeg het orakel en jullie twijfelen nog steeds aan mij.”

Weinig eer te behalen naast Max Verstappen of Lewis Hamilton

Voor Valtteri Bottas viel er terugkijkend op de afgelopen seizoenen vanaf het eerste moment gewoon geen er te behalen. Lewis Hamilton is de onbetwiste prins, koning, keizer en president van Mercedes. Daarbij moet je nu concluderen dat Bottas simpelweg niet uit hetzelfde hout is gesneden. Maar valt hem wel iets te verwijten? Ik zou misschien nog wel liever in de schoenen staan van Nikita Mazepin dan van Valtteri Bottas. Bottas heeft simpelweg niets te winnen, omdat datgene dat voor hem te winnen valt, simpelweg onbereikbaar is. Als ik Bottas zie rijden, zie ik een weekdier. Een net-niet coureur zoals ik ook altijd naar  Felipe Massa, Gerhard Berger, Jean Alesi, Rubens Barrichello of David Coulthard heb gekeken. Goed genoeg voor een topteam, maar niet de échte top. Voor Bottas is dat misschien wel oneerlijk. De kans is groot dat hij rijdt tegen de snelste man die ooit achter het stuur van een formule 1 auto heeft plaatsgenomen. En dat vertekent het beeld. Bottas lijkt een prutser naast Hamilton, maar zou tegelijkertijd waarschijnlijk alle andere coureurs het leven zuur maken. Allemaal, behalve één.

Max Verstappen is namelijk hard op weg om Hamilton 2.0 te worden. Laten we even kijken naar het “Verstappen kerkhof”. Carlos Sainz debuteerde tegelijkertijd met Max Verstappen bij Toro Rosso. De Spanjaard is komen bovendrijven en heeft zich absoluut ontpopt tot topcoureur (in wording), maar het was natuurlijk alleszeggend dat niet hij maar Verstappen werd overgeheveld naar Red Bull om de tegenvallende Kvyat te vervangen. En dan je debuut race bij een topteam direct winnen. Natuurlijk: daar kwam een flinke portie geluk bij kijken, maar toch: het was Verstappen die uiteindelijk op de hoogste trede van het ereschavot stond en niét Daniel Ricciardo, op dat moment nog de absolute nummer één binnen het team van Red Bull en dé man die hen weer overwinningen had moeten schenken.

Ik heb sympathie voor Daniel Ricciardo. Maar ja: wie niet? Aan de goedlachse Aussie kun je geen hekel hebben. Maar ook op de baan vind ik het een baas. Maar niet zo’n baas als Max Verstappen en dus begreep ik het wel dat Daniel Ricciardo vluchtte naar het F1 team van Renault (thans Alpine). Zijn reputatie als topcoureur was nog in tact. Was hij bij Red Bull gebleven, dan had hem waarschijnlijk hetzelfde lot gewacht als Bottas bij Mercedes: een topper, maar altijd in de schaduw van je exceptionele teamgenoot. Pierre Gasly kwam met hoge verwachtingen binnen bij Red Bull, als volgende hotshot. Met de staart tussen de benen werd hij door de meedogenloze Helmut Marko bij het vuilnis geparkeerd. Hoewel: met Toro Rosso (thans Alpha Tauri) was er voor hem gelukkig nog een vangnet. En zie hier: Gasly laat daar weer absoluut zien uit het juiste racehout gesneden te zijn en eigenlijk gewoon een plekje in de Red Bull te verdienen, in de koele schaduw van Max.

Het enige dat Verstappen van Albon heeft gezien, was diens neus in zijn achteruitkijkspiegel. En ook maar eventjes, want meestel lag hij na een paar ronden al te ver achter om überhaupt nog zichtbaar te zijn.

Het volgende slachtoffer heette Alexander Albon. Een Red Bull protege die bij het zusterteam mooie dingen liet zien. Was hij dan de man die Max Verstappen naar nog grotere hoogten kon pushen? Het enige dat Verstappen van Albon heeft gezien, was diens neus in zijn achteruitkijkspiegel. En ook maar eventjes, want meestel lag hij na een paar ronden al te ver achter om überhaupt nog zichtbaar te zijn. Het was een tragisch begin van het einde, voordat hij zijn eigen lot bezegelde met de legendarische woorden “they’re racing me so hard!”. Doei Alex, tot nooit meer ziens. Zo eenvoudig is een reputatie dus te knakken wanneer je de pech hebt naast een wereldtopper plaats te nemen.

Sergio Perez moet het nú doen

Sergio Perez was een man die seizen na seizoen lof oogstte. Waarom zat die man nog niet in topwagen? Hij had de leeftijd, de ervaring, de snelheid en is bovendien bovengemiddeld kapitaalkrachtig dankzij vader Mexico. Eindelijk is dit seizoen zijn kans dan hier. De strijd om het tweede stoeltje naast Verstappen was een spannende (of niet, het hele verhaal zullen we waarschijnlijk nooit horen) tussen Sergio Perez en Nico Hülkenberg. 50/50 kanshebbers wat mij betreft, die het allebei verdienden. Het werd Perez. Na slechts een paar races in zijn eerste seizoen is het nog veel te vroeg om hem definitief af te schrijven. Maar de huidige gang van zaken spreekt niet in zijn voordeel. Nog geen moment, behalve sporadisch in een training, heeft hij dezelfde snelheid als Max Verstappen laten zien. Als dat nog een paar races aanhoudt, weten we allemaal welke kant dat opgaat. Helmut Marko is geen geduldig man. Dan wordt “Checo” niet de volgende Nico Rosberg, maar de volgende Alex Albon of Valtteri Bottas (als hij mag blijven zitten).

Wie zet je naast Max Verstappen?

Mijn voorspelling? Ook Perez vliegt eruit, al zal dat na dit seizoen zijn. Red Bull heeft er niets aan om coureurs te blijven slijten alsof het wegwerp mondkapjes zijn. Maar wat moet de teamleiding doen als blijkt dat ook Perez niet in de buurt kan komen van Verstappen? Mijn gevoel zegt: knal Lando Norris in die wagen. Maar Norris hoopt misschien wel op een stoeltje bij Mercedes. Bij Mercedes heb je nog altijd de grootste kans om kampioen te worden én Lewis Hamilton bevindt zich in de herfst van zijn F1 carrière. Tegen de tijd dat Norris daar instapt, heeft Hamilton misschien wel de F1 vaarwel gezegd. Dat zou voor Norris in elk geval één probleem minder betekenen. En voor Valtteri Bottas betekent dat misschien wel alarmfase 1: neemt hij het risico om zich na Hamilton door nog een coureur te laten overschaduwen? Dus even doordenken: exit Hamilton en exit Bottas. Welkom Lando Norris en welkom…. George Russell. Natuurlijk! Russell als Mercedes protege die al van die fraaie dingen laat zien in een kansloze Williams. Zet deze twee gasten naast elkaar.

Over de vraag wie er nog teamgenoot van Lewis Hamilton wil zijn, hoeven we dus niet lang na te denken. Maar wie wil er nog teamgenoot van Max Verstappen zijn? Ik zie daar twee mogelijke profielen voor een opvolger van Perez. De eerste is een gelauwerde coureur die geen probleem heeft met tweede viool spelen. Een moderne Eddie Irvine of Rubens Barrichello. Maar wie is die coureur? Zou Hülkenberg nog instappen als hij gevraagd zou worden? De tweede is een jonge lefgozer die maling heeft aan reputatie en bereid is om zijn eigen reputatie op het spel te zetten. Dan moet je natuurlijk meteen denken aan Yuki Tsunoda. Een knokker, een ventje met branie en iemand die – hoewel hij momenteel nog duidelijk de mindere is tegenover Pierre Gasly – waarschijnlijk veel vertrouwen heeft in zijn eigen kunnen. Genoeg om naast Max te gaan zitten? Tja, gevraagd worden door Red Bull is misschien wel een kans die je maar één keer in je carrière krijgt. Maar zo blijkt dat het meest begeerde stoeltje in de F1 misschien wel het moeilijkste is om te vullen. Ga nu maar gewoon gas geven Perez, dan hoeven wij ons daar geen zorgen over te maken.