Zo lang ik al met auto’s bezig ben, zijn er bepaalde onderwerpen die je maar beter kunt vermijden in een gesprek met autoliefhebbers. In de huidige tijdsgeest is dat elektrisch rijden. Althans: er is een enorme groep enthousiastelingen, maar waarschijnlijk een net zo grote groep felle tegenstanders. De echte petrolheads. Voor hen is niets erger dan hun geliefde benzineverbrander te zien worden uitgefaseerd. Want dat is wat er gebeurt. Steeds meer merken geven aan al over een paar jaar te stoppen met het produceren van nieuwe modellen met verbrandingsmotoren. Voordat alle auto’s op fossiele brandstof definitief rusten op de schroothoop, zijn we nog wel een paar decennia verder. Maar de toekomst is overmijdelijk elektrisch.
Ook ik zeg eerlijk dat er bepaalde dingen zijn waar ik liever geen afscheid van neem. Ook al bevind ik mij in “kamp elektrisch”. Zelf rijd ik nog een hybride, maar zodra mijn bankrekening het toelaat, zal ik switchen naar een EV. Ook al ben ik in hart en nieren ook een petrolhead.
Change is inevitable. Het heeft geen zin om je te verzetten tegen de elektrische beweging. Die is niet meer te stoppen. Ook ik ga de helse huil van een V12, de boze brul van een V8 of het harmonieuze gezang van een zes-in-lijn missen. Maarja, wat doe je eraan? Over een paar jaar zijn het relikwieën uit vervlogen tijden.
Het ontbreken van indrukwekkend geluid is één van de kritiekpunten op elektrische auto’s. Zoals een verbandingsmotor zal het nooit worden, dat moet ook niet. Imitatie heeft geen zin. Maar ik weet dat merken intensief werken aan een stukje beleving in het geluid. Ik laat mij dus verrassen.
Een ander punt van kritiek is het rijden met EV’s. Dat is natuurlijk een nog veel belangrijker onderwerp. Onder de indruk van de trekkracht van een potente elektrische auto zijn we al snel. Dat is natuurlijk één van de USP’s van EV’s. Elektrisch rijden is anders. Ook dat is onvermijdelijk. Op één onderdeel zullen we in elk geval de komende jaren ons verlies moeten nemen, en dat is gewicht. Accupakketten zullen de komende jaren echt wel veel lichter worden. Maar dat maakt de gemiddelde EV dan echt nog niet direct een Lotus Elise.
Het gebrek aan geluid en hogere gewicht kunnen de meeste petrolheads nog wel verteren. Maar volgens velen zou elektrisch rijden beleving missen. Ik ben het daar echt niet mee eens. En hier is waarom.
Het is natuurlijk vrij simpel: ga je uit van je zintuigen en zet je een moddervette sportwagen tegen zelfs de dikste Tesla, dan wint die sportwagen op het gebied van emotie met twee vingers in de neus. Wanneer je puur kijkt naar de rijbeleving, vind ik elektrisch rijden echter helemaal niet zo beroerd. Het vereist alleen een wat andere kijk van de bestuurder.
Inmiddels heb ik best wat elektrische kilometers achter de rug en leer ik elektrisch rijden steeds meer waarderen. Het is echt niet in alle opzichten inferieur aan rijden in wagens met verbrandingsmotor. Het ontbreken van motorgeluid kan juist ook een voordeel zijn. Ik heb mijzelf er meerdere malen op betrapt dat ik, wanneer ik er echt even voor ga zitten, scherper achter het stuur zit. Juist omdat je niet gefocust bent op het geluid van de motor. Dat is ook niet nodig, want schakelen hoeft niet. Je hoort andere geluiden. Zo voel je niet alleen, maar hoor je ook aankomen wanneer de banden tegen de limiet van hun grip aan lopen. Ik vind dat gaaf. Het zorgt voor een ander soort connectie met de auto.
De respons op het stroompedaal (het voelt nog steeds gek om dit niet “gaspedaal” te noemen) is ook iets waar ik steeds enthousiaster van word. Niet alleen omdat er sprake is van direct beschikbaar koppel en vermogen, maar ook omdat je na enige gewenning heel precies de vermogensafgifte kunt regelen. Dat maakt het correct timen van uitaccelereren bijvoorbeeld eenvoudig en leuk. Zeker in combinatie met het afremmen op de motor zorgt dat ervoor dat je naar mijn mening een auto hebt die precies doet wat je wilt.
Men zegt altijd dat er niets leukers is dan een auto te dirigeren met het gaspedaal. Dat klopt, maar bij veel auto’s moet je dan echt wel beschikken over de nodige vaardigheden. Een EV geeft veel minder onverwachte reacties. En ja, dat kun je saai noemen. Maar ik houd van precisie. Een wild oversturende wagen is leuk en spectaculair, maar in je dagelijkse ritten haal je meer plezier uit een wagen die je eenvoudig je wil op kunt leggen.
Ik denk dat het belangrijk is om vooral niet te vergeten dat EV’s nog maar in de kinderschoenen staan. Elektrisch rijden zal de komende jaren in rap tempo spannender worden. Ook elektrische auto’s zullen meer en meer karakter krijgen. Op dit moment zijn er natuurlijk vooral veel middenklassers en EV’s die gericht zijn op comfort en luxe. Oók op prestaties, maar de echte rijdersauto’s zijn op één hand te tellen. Die komen er meer en meer en zullen beter en beter worden. Heb een beetje vertrouwen. Auto’s met verbandingsmotoren hebben ook heel wat decennia nodig gehad om te komen waar ze zijn.